Historie complex, van klooster tot kantoorruimte
Ooit stond hier vanaf 1393 een groot machtig Kartuizerklooser met monniken die landerijen onderhielden en de Vecht van loop wijzigden. De 80-jarige oorlog wijzigde alles: van 1569 tot 1577 werden in Utrecht Spaanse legioenen ingekwartierd. Meteen hierna kwartierde de stad Utrecht Hollandse troepen in het Kartuizerklooster. In het Utrechtse reformatiejaar 1580 werd het hele klooster in brand gestoken en daarna steen voor steen afgebroken. Met de stenen werden de wallen van Utrecht opgehoogd. Twee gebouwen bleven gespaard en staan er nu nog. Het voormalige poortgebouw en een gasthuis van allure (nu Voorhuis).
Uitgaande van het gespaarde gastenhuis werd een voorname hofstede gebouwd, die ook uitgroeide tot een geliefde uitspanning en thee-schenkerij.
De gemeente Utrecht annexeerde in 1905 echter de gronden ten behoeve van de bouw van de wijk Ondiep. De Hofstede werd aangekocht om te slopen (er is tijdelijk een houthandel gevestigd), maar een eigenwijs raadslid wist dit te voorkomen. Het werd in 1938 verbouwd tot een fröbelschool en een GGD vestiging.
Na het vervallen van deze functies in 1975 kwam er een tijdelijke vestiging van het Algemeen Maatschappelijk Werk, waarna Anke Colijn het in 1988 kocht en het nieuw leven inblies als woonhuis en kantoorruimte voor haar architectenbureau.
En het poortgebouw? Dat heeft alle stormen overleeft. Onlangs is het weer gerestaureerd. Dit is nu het kantoor voor 2 geweldige creatieve bedrijven.
Functiewijziging tot kantoorruimte
Een pand dat van functie wijzigt, van klooster tot boerderij tot kleuterschool tot kantoren, is altijd heel spannend. In dit gebied geldt dit des te meer, omdat het een groep van panden is, die met elkaar een relatie aangaan, maar elk met een volledig unieke uitstraling en indeling. Eerst een klooster, daarna een boerderij; die werd uit de puinhopen opgebouwd, toen een school, daarna verschillende kantoren en na 1988 een volledige verbouwing tot moderne kantoorruimte met extra 3 woningen. De laatse wijziging en restauratie nam 25 jaar in beslag.
Kartuizers
Kartuizermonniken waren de eerste gebruikers. Ze bouwden hier een groot klooster, Nieuwlicht, in de 14e en 16e eeuw. Rondom het klooster lag een gracht en er was een grote boomgaard buiten het complex. Het gebied bevatte de gronden tot aan de Vecht en een eilandje in de Vecht. Het klooster groeide vanaf 1392 van 7 monniken tot een complex met 3 kerken in 1446. Rond het voorhof lagen de centrale gebouwen als kerk, sacristie, kapittelhuis, bibliotheek, refters, keuken en gastenverblijf. Het was een zeer groot, indrukwekkend complex. Het hoofdgebouw had een kloostergang van ca 64 × 54 m, waaraan de ca 15 cellen (kleine wooneenheden) gelegen waren en was in gotische stijl overwelfd, de bogen gesloten met geschilderde glazen. Ieder huisje had aan de achterzijde een kleine tuin.
In 1578 werden er soldaten gelegerd met het excuus dat anders de gebouwen zouden worden bezet door de Spanjaarden. Uiteraard ging het niet goed tussen de monniken en dit ongeregeld stuk leger. De monniken trokken naar meer zuidelijk gelegen kloosters en het stadsbestuur gaf opdracht om het klooster te slopen met uitzondering van het poortgebouw en ‘de boerderij’. Deze waren in de beeldenstorm min of meer gespaard gebeleven. Het gastenhuis is verbouwd als voorhuis van de nieuw boerderij, ook deze boerderij veranderde diverse keren, en huist nu 3 kantoren en een woning.
Na de sloop werden de stenen van de drie kerken en de gebouwen van het Kartuizerklooster gebruikt om de muren van de stad Utrecht te verhogen. Zo kon ze een aanval van Alva beter doorstaan. Toch zijn de monniken en de geschiedenis van de plek nog zichtbaar aanwezig dankzij het Poortgebouw en het gastenhuis, die gespaard bleven.
Hofstede tot begin 1900
Met gebruikmaking van een deel van een oorspronkelijk gastenhuis dat behouden was, werd al in diezelfde 80-jarige oorlog een boerderij gebouwd naast het Poortgebouw.
Het was voor die tijd een zeer grote en rijke boerenbedoening. Gelukkig voor ons wilden de eigenaren dat ook wel laten zien. Het Voorhuis werd eind 1600 geheel vergroot en verhoogd en kreeg een passende pronkgevel. Zo staan de eind 16de eeuwse trapgevel en de eind 17de eeuwse gevel met ronde beëindigingen broederlijk naast elkaar.
Zo’n 150 jaar later, nog steeds welvarend, werd het oude stalgedeelte afgebroken en vervangen door een imposant stallencomplex met een enorme kap in 1864. Ook in dit stellencomples zijn nu diverse kantoren gehuisvest.
Over het bakhuis is enige onduidelijkheid. Het behoorde in ieder geval bij de oorspronkelijke Hofstede. Voor een bakhuis is het groot en het geeft een indicatie van de hoeveelheid mensen die hier op het land werkten. Wellicht is de fundatie echter ouder en is het een 18e eeuws gebouwtje op middeleeuwse fundering.
Fröbelschool tot 1970
De stad rukte op en eind 1800 wilde de gemeente aan de noordzijde van de stad een nieuwe arbeiderswijk maken. In 1905 kocht ze daarom de Hofstede met grond op voor de wijk Ondiep. De boerderij stond daarna 20 jaar leeg en verkeerde in desperabele toestand. Toch wist een eigenwijs raadslid keer op keer sloop te voorkomen. In 1938 werd een nieuwe gebruiker gevonden. De katholieke parochie St. Salvator had een Fröbelschool nodig. Met behulp van onder andere werkgelegenheids gelden werd het pand grondig gerestaureerd.
Tegelijkertijd moest het gebouw ook aan de nieuwe functie voldoen. Het Voorhuis, als meest monumentale deel bleef intact; het Achterhuis en de Stallen werden ingrijpend veranderd om aan de nieuwe inzichten op onderwijs te voldoen; veel licht via een vergroting en een ophoging van de zuidgevel met enorme raam/deurpartijen. In de noordzijde werd een conciërgewoning gemaakt. We komen nog regelmatig mensen tegen die hier naar school zijn geweest of zelfs gewoond hebben.
In het poortgebouw schijnt indertijd iemand gewoond te hebben die de kinderen uit de buurt op vrije dagen opving en met ze knutselde. Vermoedelijk een pastor van de parochie.
Daarna werd het pand een tiental jaren gebruikt door het Algemeen Maatschappelijk Werk.
Stedenbouw en kantoorruimte
In 1988 kocht Anke Colijn (architect) de hofstede en het poortgebouw. Het werd opnieuw gerestaureerd en verbouwd tot architectenbureau, kantoorruimte, galerie en woonhuis. Om een goede omgevong te creeren, kocht ze steeds stukjes gorend aan de 'overzijde' van de gracht. Het verwaarloosde groen veranderde langzaam maar zeker in een oase van groen voor dieren en mensen. In totaal duurde de gedaanteverwisseling van het complex 25 jaar.
Om het idee van de oorspronkelijke hof weer terug te krijgen, kocht Anke Colijn in 1999 de naastgelegen markante school uit de jaren 50. Na een grondige restauratie en verbouwing, kwam hier eerst kantooruimte, en werd het later weer verbouwd tot kinderdagverblijf.
In 2007 werd de ‘enclave’ voltooit door de aankoop van de resterende grond tussen de sportvelden en de Hofstede. Hierop bouwde Feekes & Colijn een robuust kantoor wat met de voeten in de vijver staat. Dit gebouw verbindt esthetisch en ruimtelijk de school met het poortgebouw en de hofstede. Er is kantoorruimte voor 2 bedrijven. Dit gebouw verbergt ook gedeeltelijk de vreselijk lelijke gymzaal uit 1950.
In de Stallen van de hofstede is de kap volledig in gebruik genomen. In de voormalige klaslokalen en in de kap zijn verschillende kantoren gehuisvest.
In het poortgebouw zit ook een bedrijf, in 4 schitterend kantoorruimten.
Ligging in de stad
De prachtige enclave ligt dichtbij het centrum van Utrecht, tussen de wijken Ondiep en Zuilen in. Deze wijken kenmerken zich doordat er grote veranderingen in plaats hebben gevonden en plaats vinden. Dynamiek op wijkniveau, waarin de dynamiek van ‘de Hof’ zich uitstekend thuisvoelt.