Stallen; kleuterschool en kantoorruimte
In de tekst van het Voorhuis wordt al vermeld dat het gehele gebouw in 1823 te koop werd aangeboden. Naast de fraaie “Heerenhuizinge” was sprake van “een deel met stalling voor paarden en hoornvee, bakhuis, schuur en berg.”
In 1863 werd de gehele deel vernieuwd en vergroot tot de huidige Stallen. Het werd een gebouw waar de trots van de eigenaar uit sprak. Zeer groot en ruim met een monumentale kap.
Opvallend is dat de immens grote kap niet beloopbaar was. Het kan zijn dat de hele vloer eruit is gehaald bij de restauratie in 1938, maar dat lijkt onlogisch.
Blijft de vraag staan waarom er zo’n enorme zolder boven het deel/de stallen werd gebouwd als die niet gebruikt werd als hooizolder.
De functiewijziging van de Stallen tot fröbelschool in 1938 heeft aan de zuidzijde grote invloed gehad op het uiterlijk van dit deel van het pand. Moderne ideeën over onderwijs werden in het bouwplan opgenomen: het idee van licht, lucht en hygiëne was rond 1930 algemeen aanvaard en kinderen mochten naar buiten kijken. De stadsarchitect was van hoog niveau en heeft al zijn liefde in deze verbouwing gelegd.
Aan de achterkant van het pand werd een grote dakkapel geplaatst van 14 meter lang, voor drie lokalen (waarvan 1 in het Achterhuis). De lokalen werden zo 3,40 m hoog.
In deze raampartij zitten per ‘lokaal’ steeds drie brede dubbele deuren. ’s Zomers kan deze hele “pui”, die op het zuiden staat, geopend worden. Dat is een waar feest.
Aan de noordzijde bevonden zich de toiletgroepen (8 stuks) voor jongens en meisjes, en de gezamenlijke kamer voor de onderwijzers. In het midden liep een brede lange gang met op de kop de kamer voor “het hoofd”. De kap aan de noordzijde is op dezelfde hoogte gebleven als in de tijd dat de koeien hier op stal stonden. In de gevel zijn hooggelegen ramen aangebracht. De oorspronkelijke functie als stal is hier goed afleesbaar.
In 1975 zijn ten behoeve van het Algemeen Maatschappelijk Werk alleen de toiletgroepen gewijzigd in bespreekkamers.
De functiewijziging in 1988 bracht weer zijn eigen architectonische tijdsgeest mee.
De lokalen en de spreekkamers bleven ongewijzigd, maar in het midden van de gang werd een wand geplaatst om het woonhuis, deels in het Achterhuis, en het architectenbureau te scheiden.
Deze wand is ontworpen van glazen bouwstenen en een lichte ronding om zo te laten zien dat het een nieuwe toevoeging is en dat de ruime gang aan de andere zijde wordt voortgezet.
In de twee lokalen vestigde zich Anke Colijn Architecten, een bureau van negen mensen in 1988, wat uit zou groeien tot 15 in 2000.
In 2 spreekkamers kwam Galerie Pavlovsky, die in eerste instantie vooral op kunstbeurzen stond met haar glas en schilderijen. Door het succes hier besloot Pavlovsky ook een ‘huisgalerie’ te openen. Hiervoor werd de zolder geheel bevloerd en een prachtige trap naar de gigantische kap gemaakt.
Het deel van het plafond boven de toiletgroepen lag hier lager. Om dit zichtbaar te houden werd ook hier de vloer lager gelegd. We noemen het de ‘Berenkuil’.
Feekes & Colijn atelier voor architectuur en ruimtelijke inrichting
In 2000 fuseerde Anke Colijn met Ernst Feekes. Pavlovsky verhuisde naar de opkamer in het Voorhuis. Feekes & Colijn verbouwde in 2001 het pand; de hele kap werd o.a. geïsoleerd via een ‘doos in doos’ constructie in verband met het verkeers van de Marnixlaan.
Ook brachten we daglicht binnen in de vorm van dakramen.
De oorspronkelijke spanten zijn in het zicht gebleven. Het is een schitterende tekenkamer met totaal 10/12 werkplekken.
Het pand blijkt erg flexibel. Van school tot kantoren, tot architectenbureau met een galerie, tot een groot architectenbureau. Het is spannend om te zien wie als volgende zijn sporen in het pand zal nalaten.
Ook Feekes & Colijn is een flexibel bureau. Eerst was Anke Colijn vooral werkzaam in functiewijziging van panden en complexe herstructurering. Ernst Feekes werkte met name in de Vinex. Samen bouwden ze een bureau op dat exalteerde in de combinatie tussen stedenbouw en architectuur. Ze ontwikkelden een visie op locatie gericht bouwen en onderwijs. Een belangrijk onderwerp is steeds de wisselwerking tussen mens, gebouw en de omgeving.