Natuur in de stad: een oase

Natuur in de stad; kan dat? En dan nog wel in een wijk die verder zeer natuurarm is? Ja, dat blijkt te kunnen. 
Dit alles rond een kleinschailig kantoorcomplex met een 16-tal inspirerende kantoorruimtes. In het voorjaar kun je op een bepaald plek niet lopen zonder dat een wnterkoningkje je uitscheldt; hij houdt niet van mensen vlakbij zijn nest. In de klimop rond de bunker zitten vaak wel 4 merelnesten, mar deze verraden zich niet.

Supermarkt voor dieren

Anke Colijn kocht een gebied van 2500 m² te midden van een groene ruimte, die vanaf de Vecht loopt en via haar terrein overgaat in 3 voetbalvelden met een sloot eromheen. Zoveel groen zou toch dieren aan moeten trekken? Maar ze waren er niet. Tegen alle bestaande ideeën in wordt een gebied blijkbaar niet soortenrijk als het aan zichzelf overgelaten wordt. Daarvoor moet je iets doen. Gelegenheid geven te eten, te vluchten en te nestelen. En bijkopen, nog eens 2500m2.

Daarna besloot ze van het terrein een ecologische oase te maken. Een ‘buurt-supertje’, met veel bruikbaar voedsel voor insecten, vlinders, amfibieën en vogels.
Het moest ook mooi worden, je moet er als mens in kunnen verblijven en het moet plezier geven om er rond te kijken en dingen te ontdekken.

Na 20 jaar bevonden zich 36 verschillende soorten vogels in het Hof. Veel ervan in grote aantallen. Er zijn groene en bruine kikkers, salamanders. Onder de takkenbossen huizen de egels en een eekhoorn bezoekt het gebied zo nu en dan. Op de vele bloemen gonst het van de insecten.

Voedselketen/ecosysteem

Omdat dieren niet voorkomen in een soortenarme omgeving, ontstond het idee om veel soorten planten en struiken aan te planten; iedere plant, struik of boom moet voedsel voor een dier bevatten. Het is het meest zuivere idee van een ecosysteem. Honing en stuifmeel voor bijen, hommels, vlinders en kleine insecten. Deze insecten trekken weer insecteneters aan. Daarnaast moet de plant goed eetbaar zaad of vruchten geven.

Informatie over voedselwaarde was gering, dus Anke Colijn is in 1989 begonnen informatie uit boeken (uiteindelijk zo’n 150) samen te vatten in voedselwaardelijsten van planten en bomen. Elk jaar werd een stuk tuin aangeplant met planten die honing, stuifmeel, zaden of vruchten leverden en gestaag nam het aantal insecten en vogels toe. Belangrijk is ook om goed op te letten of ieder seizoen voldoende voedselaanbod heeft.

Zo ontstond een jarenlange studie naar de voedselwaarde van planten, heesters en bomen (zie: Voedselwaarde). Jaar na jaar kwamen er meer vogels; van eerst 10 soorten tot 36 in 2008. Vermoedelijk zijn het er meer. De ecologische tuinen zouden door een echte vogelkenner zo nu en dan bekeken moeten worden en beluisterd.

Een voordeel voor de tuinen is de verbinding met andere groene routes die hier langs lopen: Vanaf het terrein loopt een dubbele rij grote bomen naar de Vecht op de groene strook die binnenkort op verder gebied verbeterd wordt. Naar de westkant liggen de sportvelden met grote dubbele rijen monumentale bomen (die helaas juist gekapt worden).

Gemeentelijk deel

Het privé terrein van 2500 m² trok steeds meer dieren; insecten, vogels en wat egels.
Het gebied eromheen bleef echter vervuild en werd bezocht door jongeren met criminele achtergrond. Samen met de soortenarme beplanting, alleen vlier, was dit gebied niet alleen lelijk, maar ook onaantrekkelijk voor dieren. Wij zijn toen eerst begonnen het achtergebied zelf te schonen van vuil en te beplanten met besdragende lage struiken, zodat er licht ontstond, maar ook broedplekken. Ook metselden we de bunker dicht. Het terrein rond de bunker is inmiddels aangekocht en is ingericht met planten en bomen met veel voedselwaarde.

Rond de vijver van de Laan van Chartroise

Langs de Laan van Chartroise lag een vijvertje, waarnaast een gebiedje dat een onduidelijke status had. Het werd daarom prompt verkeerd gebruikt. Het was vervuild en het lokte vandalisme uit. Daar zetten we Berberis neer. Geen hippe struik, maar de roodborsten en winterkoninkjes vonden het er prachtig. Ook veranderden we de oevers iets. De in onze apart aangelegde “broedvijver” opgegroeide kikkers en salamanders hadden ineens een fors woongebied. Het aardige was dat het vandalisme hier langzaam maar zeker gewoon stopte. Als je iets mooi maakt, reageren mensen respectvol.

Opvallend is dat de grote bomen wel worden gebruikt voor migratie maar dat er niet in wordt genesteld. Daar is meer beschutting en onderbegroeiing voor nodig. Deze is aangebracht. Ook laten we muren en bomen beklimmen met Hedera, Kamperfoelie, Wingerd e.d.

Zo is het gebied 5000 m² langzamerhand bevolkt met forse aantallen dieren. Het hupt, vliegt en fladdert.

Maatregelen per diersoort in de ‘Hof’

Insecten, bijen, hommels en vlinders

Op het terrein staan diverse hagen om de wind te breken. Alle beplanting is uitgezocht op stuifmeel en nectar.
Het aantal insecten is enorm toegenomen, maar dagvlinders blijven achter. Het oversteken van de drukke wegen kan een probleem zijn. Ook ligt er het feit dat de route hiernaartoe onvoldoende kwaliteit heeft voor insecten. Een vogel vliegt van boomtop naar boomtop en bereikt zo ons gebied door oversteekjes te maken. Voor bijvoorbeeld vlinders is dat lastig. Verder zijn er veel grote bomen; de schaduw is niet zo aantrekkelijk voor vlinders. De komende tijd gaan we kijken waar in welke tijd van het jaar en welke tijd van de dag nog zon komt en deze plekken beplanten met nectar- en stuifmeelplanten.

Libelles

Deze kwamen niet voor totdat we gele lis plantten op een aantal plekken. Nu nemen ze langzaam toe, Verbetering is mogelijk door in de route ernaartoe een moerasgebiedje te maken en het slootwater schoner te maken.

Amfibieën

Ondanks de vijver en sloot waren er in de eerste jaren geen kikkers of padden aanwezig. We hebben daarom 3 jaar achter elkaar kikkerdril uitgezet in een speciaal daarvoor gegraven ‘broedvijver’. Aan de rand van de sloot zijn drijvende boomstammen als ‘kikkerplanken’ gemonteerd. Ook liggen er op diverse plekken steenhopen met veel ruimtes erin, en hebben we een lange muur gemetseld waarin gaten zijn opgenomen.
Vanaf 2003 zijn er mooie aantallen volwassen groene en bruine kikkers en watersalamanders.

Zoogdieren

Er zijn egels en muizen in het gebied en beide soorten zijn flink toegenomen sinds 2004, na het maken van schuilplekken middels steenhopen en stapels takken. Langs de sportvelden is een dichte takkenril gemaakt van 30 meter. De muizen trekken roofvogels.

Vleermuizen

In het begin waren er geen vleermuizen, maar vanaf 2001 komen ze voor in kleine aantallen. In 2004 vestigde zich een kolonie in de boerderij. De bunker willen we geschikt maken voor een ander type vleermuizenkolonie.

Vogels

Er waren weinig vogels, zowel in aantal als in soort. Er is een oase gemaakt voor vogels op voedsel gebied. Planten met nectar en stuifmeel trekken insecten aan, die opgegeten kunnen worden. Alle planten, struiken en bomen dragen daarnaast graag gegeten zaad of vruchtjes. ’s Winters wordt er bijgevoerd.
We hebben diverse nestgelegenheden aan gebracht in de vorm van nestkasten; een grote takkenril van 30 meter is begroeid met braam, zodat de katten er niet makkelijk inkomen. Het oude dode hout laten we staan, want daar komen weer andere insecten op af. We hebben veel struikgewas aangeplant. In bomen laten we klimmers hun gang gaan. Grote hederawanden trekken jaarlijks vele broedparen.
(Zie ook lijst waargenomen soorten.)

Broed territoria

Bijzonder was, dat na het beplanten en onderhouden van het gemeentelijk deel rond de vijver het aantal broedparen toenam. Blijkbaar was het gebied nu groot genoeg voor twee territoria (roodborst, winterkoning, diverse mezen, etc.)

Toekomst

Ecologische verbindingszone

Het is mogelijk om twee huidige hoofdecologische zones in Utrecht Noord aan elkaar te verbinden via het ‘Hof’. Minimaal zal het aantal soorten weer fors toenemen. Nodig is daarvoor de inzet van de gemeente. Veel geld hoeft het niet te kosten. Groen Leefbaar Ondiep heeft hier een voorstel voor gemaakt.

sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld sfeerbeeld